OE-Depot

In de periode van juni 2015 tot november 2015 werkte de IOED Oost-Haspengouw & Voeren aan de update van het lokaal archeologisch depot. Deze update was hoogstnoodzakelijk. Herhaaldelijke verhuizingen en acuut tijdsgebrek zorgde er immers voor dat dit depot niet meer beantwoordde aan de huidige standaarden. Bovendien ontbrak elke vorm van eenvormigheid, zowel qua registratie als qua bewaring. Om dit te verhelpen werd bij de provincie Limburg een depotsubsidie aangevraagd en verkregen.

Archeologie en depots

Tot rond 2005 was archeologisch onderzoek het prerogatief van de overheid. Door een verandering in het bestuurlijke landschap en de hervormingen die hiermee rond die periode gepaard gingen, werd archeologisch onderzoek meer en meer het domein van studiebureaus. Dit had niet alleen gevolgen

Romeins aardewerk

Romeins aardewerk

voor het onderzoek an sich, het had ook zijn repercussies hoe omgegaan werd met de archeologische vondsten: waar de overheid een pragmatische eenvormigheid nastreefde, hielden de verschillende studiebureaus, wegens het ontbreken van een vlaanderenbreed kader, er elk hun eigen systeem op na.

 

In het veranderende bestuurlijke landschap rond 2005 zagen ook de lokale archeologische diensten het levenslicht. Enkele uitzonderingen daargelaten, ging het steevast om eenmansdiensten die via een resultaatsverbintenis met de overheid enkele verantwoordelijkheden kregen op het vlak van de archeologische erfgoedzorg. Zij aanvaardden met plezier de vondsten uit onderzoek in hun werkgebied en gingen actief speuren naar derdencollecties in hun werkgebied. Soms werden ook deze collecties ondergebracht in deze lokale depots. Deze diensten beschikten echter zelden over voldoende ruimte en de personele en financiële capaciteit om een degelijk depot uit te bouwen én te onderhouden. De depots die dat in het verleden wel deden ontvingen hiervoor de broodnodige steun van provinciale overheden.

Het ontbreken van eenvormigheid en de nodige financiële armslag om hier aan te verhelpen maakten dat het archeologisch depot van de vereniging aan een grondige update toe was. Medio 2015 werd dan ook, mede door het succes ervan bij collega’s in Vlaams-Brabant en Oost-Vlaanderen, de hulp ingeroepen van het PCCE en werd een subsidieaanvraag voorbereid.

De situatie in Zuidoost-Limburg

Aardewerk uit diverse periodes

Aardewerk uit diverse periodes

Meer dan tien jaar archeologisch onderzoek in Zuidoost-Limburg levert nogal wat archeologische vondsten op. Sinds 2005 worden deze vondsten ondergebracht in een depot dat beheerd word door de projectvereniging verantwoordelijk voor de archeologische erfgoedzorg in de regio (1). Het depot herbergt op dit moment de vondsten van ongeveer 65 archeologische onderzoeken, uitgevoerd door een zestal verschillende archeologische bedrijven. Daarbij herbergt het depot drie (delen van) collecties van twee vrijetijdsarcheologen.

De update

Eerst en vooral diende de eenvormigheid aangepakt. Zo werd de provinciale subsidie aangewend om verpakkingsmateriaal (2) aan te kopen. Tegelijk werd ook een nieuwe databank ontworpen zodat alle vondsten op dezelfde manier werden beschreven.

Bij het herverpakken van de vondsten werd tevens de bewaring van de vondsten geëvalueerd. In de meeste gevallen gaat het om quasi-inerte materialen zoals steen of aardewerk, maar af en toe worden er ook metalen bewaard. Deze werden gescheiden van de andere materialen voor zover dat nog niet was gebeurd. Om de bewaring te bevorderen werd ook silicagel (3) mee verpakt. De silicagel werd ook aangekocht dankzij de provinciale subsidie.

OE-Depot IOED Oost

OE-Depot IOED Oost

Tot slot werd ook de veiligheid van de locatie aangepakt. De technische dienst van de gemeente installeerde een rookmelder en een brandblusapparaat.

Toekomst

Met de update is het werk nog niet voltooid. Op dit moment wordt de collectie op vondstniveau her-geïnventariseerd met medewerking van een vrijwilliger. Wanneer beëindigd worden de dozen voorzien van een sticker met daarop de inhoud, de vindplaats en andere relevante info. De meeste van deze info zal gecodeerd worden via een QR-code. Met het oog op de verdere ontsluiting van de collectie wordt ze ten slotte in Erfgoedplus opgenomen.

Met het oog op de verre toekomst wordt in de loop van 2016 ook gekeken in hoeverre een erkenningsaanvraag voor een Onroerenderfgoeddepot kan ingediend worden. Dit zou moeten toelaten een structurele oplossing te zoeken voor alle nog zwevende collecties en op te graven archeologische ensembles in de regio.

(1) Van 2005 tot 2010 was dat de Zuid-Oost-Limburgse Archeologische Dienst (ZOLAD), van 2010 tot 2015 de Zolad+, de eerste Intergemeentelijke OnroerendErfgoedDienst (IOED) in Vlaanderen en vanaf 2016 de IOED Oost-Haspengouw & Voeren.

(2) veelzijdige kunststofboxen, minigripzakjes en plasticfolie

(3) Silicageld zorgt er voor dat vocht onttrokken wordt aan de te bewaren materialen waardoor oxidatie afgeremd wordt. Het proces is omkeerbaar en kan opgewekt worden door de korrels opnieuw te verhitten in bv. een oven